Stichting Historische Kring Opende  (HKO)

 

prentbriefkaart 3 van 8

Het mysterie van de mandenmakerij aan de Postdijk te Opende

Velen die de foto van het grote gebouw hierboven hebben gezien, kunnen hun ongeloof amper verbergen. Heeft dat in Opende gestaan? Na grondig onderzoek en vele ongelovige Thomassen verder, is er maar één antwoord mogelijk: het ongelofelijke is toch echt waar! Op initiatief van de bekende dominee Visscher werd in november 1911 deze mandenmakerij geopend in Opende. Zijn projecten kenmerkten zich door een combinatie van het scheppen van werkgelegenheid en evangelisatie. De locatie aan de Postdijk was door de organisatie goed uitgekiend. De grond was twee jaar daarvoor met de stoomploeg ontgonnen zodat daar tenenvelden kon worden aangelegd en betrouwbare bronnen fluisterden dat de spoorlijn Groningen-Drachten vlak voor de deur aangelegd zou gaan worden.
Als leraar en beheerder werd Dirk van Hemert (1866-?) aangesteld, afkomstig uit de Betuwe. In de eerste dagen van december 1911 richtte hij zijn woonruimte in in de mandenmakerij voor hemzelf, zijn vrouw en zijn dochter. Van zijn toen jong volwassen dochter weten we dat zij zich daar niet thuis voelde op die eenzame, beangstigende vlakte aan de Postdijk. De fabriek bood ruimte voor zo’n 15 leerlingen die het mandenmakersvak konden leren en daarnaast ook wekelijks godsdienstonderwijs kregen. Op de ansichtkaart ziet u links de heer Van Hemert staan met voor het gebouw zijn leerlingen, waaronder  misschien uw opa of overgrootvader.
Dat het gebouw mysterieus van de Opender-armoe-bodem is verdwenen had een aantal oorzaken waarvan geld wel de belangrijkste was maar niet de enige. Het begon met een teruglopend animo bij de Opender jeugd die liever over de vlakte zwierf dan lange dagen te maken voor een karig loon. De belangrijkste reden was natuurlijk het geld. De gemeente Grootegast had geen dubbeltje over voor deze evangelische werkverschaffing in het armoedige Opende. Na veel lobbyen bleek, dat als een dergelijke onderneming in Houtigehage zou staan, de betrokken gemeenten Smallingerland, Achtkarspelen en Opsterland én de provincie Friesland wel bereid waren tot subsidiëring. In mei 1918 viel dan ook het doek voor de mandenmakerij in Opende. In een operatie die meer dan 20.000 gulden kostte, werd het gebouw steen voor steen afgebroken en in een nieuw ontwerp in Houtigehage weer opgebouwd. Van Hemert vertrok met een deel van de jonge Opender mandenmakers mee naar Friesland. Op de geruimde locatie verrees niet veel later de huidige boerderij, “Nieuw Triemunt”, Postdijk 2.

Het volgende deel van een artikel werd gevonden in een regionaal dagblad:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 Uit: Leeuwarder Courant, 4 augustus 1923


terug