Stichting Historische Kring Opende  (HKO)

 

prentbriefkaart 8 van 8

De Antoniahoeve en het raadsel van De Heer

In het begin was Opende-Zuid woest, plat en ledig. Later verrees daar in de wildernis het werkhuis waar de onfortuinlijken der aarde naartoe werden verbannen.  Lange tijd was dit huis der armen het hoogste gebouw aan de horizon der heide. Maar, in 1912 waren daar twee witgepleisterde villa’s bijgekomen. Het ene was de Wilhelminahoeve  (inmiddels afgebroken) en het andere was de Antoniahoeve. De villa’s waren hier neergezet en werden bewoond door “mensen uit Holland”. Welgestelde dames en heren hadden onder invloed van de bekende ds. Visscher muziek (lees: rendement) gezien in investeringen in de ontginning van de Gronings-Friese heide. Eén zo’n welgestelde was de hervormde predikant Jacob Lion de Heer (1856-1941) uit Rotterdam (geen familie van Johannes van de bekende liedbundel). Zijn geld kocht de grond en bouwde de villa, maar het was zijn oudste zoon die naar het Noorden werd gestuurd om de zaak te bestieren. Die zoon, Johannes Karel de Heer (1884-?), gaf ook de naam aan de villa: Antoniahoeve, naar de vrouw met wie hij rond de bouw in 1911 huwde, Antonia Catharina Take.

Vele verhalen zongen rond over Johannes “Jan” de Heer, over bijvoorbeeld zijn jacht op het plaatselijk vrouwelijk schoon of over zijn vrouw Antonia die er met een ander vandoor ging. Niet lang na hun scheiding volgde voor Johannes een tweede huwelijk die acht jaar later eveneens eindigde in een scheiding. In al die jaren nam De Heer niet de moeite de hoeve-naam Antonia te veranderen. Kortom, deze domineeszoon ontpopte zich als een typische dorpsfiguur, waarvan Opende er meerdere had. Officieel had pa zoonlief naar Opende gestuurd om de hoeve te beheren, maar al snel werd het ook de Opendenaren duidelijk dat zoonlief eerder een banneling was. Hij was incapabel als beheerder en toonde daarvoor ook weinig interesse (vrouwen en vissen hadden zijn aandacht). Bovendien mocht hij geen stap zetten, geen document tekenen, zonder de schriftelijke toestemming van zijn vader in Rotterdam. De vraag dringt zich dan ook op: waarom werd Johannes Karel de Heer naar Opende gestuurd? Welke zonden heeft hij in Rotterdam begaan die hem maakten tot banneling in Opende? Het is in dit geval dan ook jammer dat muren wel oren hebben, maar niet kunnen spreken. Een viertal jaren na de oorlog vertrok De Heer met de noorderzon, waarschijnlijk terug naar het zuidwesten, naar Rotterdam. Er wordt gefluisterd dat hij nadien nog wel eens in Opende is gesignaleerd, maar niemand kan dit bevestigen. Het onderzoek naar het “De Heer-Mysterie” gaat voort. 

Tijdens de periode De Heer en nadien heeft de hoeve vele andere bewoners en inwoners gekend. Wie dat zijn geweest kunt u nalezen in de klassieker: Histopedia Caelpenda op pagina 56.

terug